Een bron van irritatie kan worden behandeld door bijvoorbeeld een hinderend haartje te verwijderen. Als de traanpunten en/of het ooglid niet goed aanliggen, kan er een ooglidoperatie worden gedaan. Deze ingreep gebeurt onder plaatselijke verdoving. Als het probleem in de traanwegen zelf zit, hangt de ingreep af van de plaats van de verstopping: zit het kanaaltje tussen traanpunten en traanzak dicht, dan is het soms mogelijk met een metalen staafje het kanaaltje op te rekken (sonderen), al of niet met achterlating van een plastic slangetje. Soms is er geen andere mogelijkheid dan een glazen buisje (‘buisje van Jones’) achter te laten dat van de ooghoek naar de neus loopt. Op die manier wordt de verstopping gepasseerd. Als er een verstopping zit in de traanzak of in het neustraankanaal kan er met een operatie een verbinding gemaakt worden tussen de traanzak en de neus (dacryocystorhinostomie of DCR).
Het plaatsen van een buisje van Jones of een DCR-operatie gebeurt meestal onder algehele verdoving. Plaatselijke verdoving is niet goed mogelijk. Bij ingrepen als een DCR of een buisje van Jones kan er wel eens een nabloeding ontstaan.
Bij kinderen gaat de verstopping voor de neusingang vaak spontaan in de eerste 9 maanden tot een jaar open. In de tussentijd kunnen bij een ontsteking antibiotica worden gegeven. Ook kan masseren van de traanzak helpen.
Wanneer het probleem toch aanhoudt, is sonderen in verreweg de meeste gevallen een afdoende oplossing. Sondage bij kinderen gebeurt onder algehele verdoving.
Heeft u verder nog vragen over de werkwijze, behandelingen en mogelijkheden van onze kliniek? Klik dan op onderstaande button om meer informatie bij ons op te vragen. Hier kunt u ook terecht voor het maken van een eerste bezoek polikliniek.
Voor uitvoerige informatie over de oogaandoening en de behandeling kunt u onze Informatiefolder downloaden.
Deze informatie is tot stand gekomen onder redactie van de commissie Patiëntenvoorlichting van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG)