Heel vaak zijn vlekjes die mensen in of voor hun oog of ogen zien bewegen, het gevolg van troebelingen in het glasvocht. Het glasvocht (of glasachtig lichaam) is een gelei die het achterste gedeelte van het oog, de ruimte tussen ooglens en netvlies, opvult. Normaal glasvocht laat lichtstralen ongehinderd door. Als zich echter verdichtingen of troebelingen in het glasvocht gaan voordoen, kunnen ze een schaduw op het netvlies geven. Dit kan zich voordoen als vlekjes in allerlei vormen: puntjes, cirkels, draden, slierten, spinnenwebben. Tegen een lichte achtergrond zijn de vlekjes vaak duidelijker. Niet alle mensen die wel glasvochttroebelingen hebben in hun ogen, hebben last van vlekjes.De meest voorkomende oorzaak van glasvochttroebelingen is veroudering. Er ontstaan verdichtingen of klonteringen in het glasvocht. Bijziende mensen hebben hiervoor meer aanleg. Hoewel deze glasvochttroebelingen dus wel hinderlijk kunnen zijn als ze klachten van vlekjes veroorzaken, is dit meestal een onschuldige situatie. Het zien van één of meerdere (zwevende) vlekjes ten gevolge van glasvochttroebelingen wordt ook wel met de Franse term “mouches volantes” aangeduid.
Een plotseling ontstaan van vlekjes kan gepaard gaan met het optreden van lichtflitsen. Deze flitsen worden vaak omschreven als: “Net of een TL‐lamp aan‐ en uitgaat”, of als: “bliksemen”. De combinatie van vlekjes en lichtflitsen wijst meestal op een vrij plotseling krimpen van het glasvocht. Dit wordt ook wel glasvochtloslating genoemd, omdat de krimpende glasvocht‐gelei zichzelf hierbij lostrekt van het netvlies waar hij daarvoor nog tegenaan lag. Ook glasvochtloslating is een proces dat bij het normale ouder worden hoort. Het treedt dan ook bij heel veel mensen op, vaak op wat oudere leeftijd. Meestal is dit onschuldig, maar soms kan dit het begin van een netvliesprobleem zijn.
Soms zien mensen lichtverschijnselen die zich als sterren of gekartelde lijnen voordoen en langzaam uitbreiden, soms (wisselend) gekleurd zijn, eigenlijk bijna altijd in beide ogen tegelijk optreden, gepaard kunnen gaan met een (gedeeltelijk) veranderd of vervormd het beeld, in beide ogen, en 10 tot 30 minuten aanhouden. Deze combinatie van verschijnselen heeft meestal een andere oorzaak dan echte lichtflitsen: het gaat hier vaak om een vorm van migraine. Soms voelen mensen zich tijdens of na deze lichtverschijnselen akelig. In een aantal gevallen, maar niet altijd, treedt na de lichtverschijnselen hoofdpijn op. Soms zijn de verschijnselen een voorbode (“aura”) van een migraine‐aanval met heftige hoofdpijn, misselijkheid en braken. Voor oorzaken en behandeling van migraine wendt u zich het beste tot uw huisarts. Bewegende vlekjes kunnen ook bij een ontsteking binnen in het oog (regenboogvliesontsteking, iridocyclitis of uveïtis) worden gezien. Vaak treden bij deze aandoening ook andere oogklachten en ‐verschijnselen bij op als roodheid, toegenomen gevoeligheid voor licht, slechter zicht en pijn.Plotseling opkomende en toenemende puntvormige vlekjes en/of slierten en waziger wordend zicht kunnen een uiting zijn van bloed in het glasvocht. Zo’n glasvochtbloeding kan soms optreden bij ernstigere aantasting van het netvlies door suikerziekte (diabetes mellitus), of bij een netvliesscheur.
Wanneer het glasvocht krimpt en zich lostrekt van het netvlies kan er in klein aantal gevallen een scheurtje in het netvlies ge-trokken worden. Zo’n scheurtje in het netvlies kan in weer een klein deel van de gevallen het begin zijn van een netvlieslos-lating, een ernstige aandoening van het oog die het zicht bedreigt. Bij het ontstaan van een scheurtje in het netvlies kan soms ook een bloeding in het glasvocht ontstaan, die klachten kan geven zoals hiervoor beschreven. Hoewel de kans op netvliesproblemen in het algemeen niet heel groot is bij een glasvochtloslating, is het advies wel degelijk dat mensen met plotseling ontstane (of verergerende) klachten van vlekjes en flitsen zich binnen 24 uur oogheelkundig laten onderzoeken. Neem hiervoor contact op met de huis‐ of oogarts.
Met een normaal oogheelkundig onderzoek kan de oogarts vaststellen of er sprake is van uveïtis. Bij dit onderzoek zullen de pupillen met oogdruppels verwijd worden. Dit veroorzaakt tijdelijk wazig zien. Het is vaak niet mogelijk bij dit eerste onderzoek vast te stellen wat de oorzaak is.
Verder onderzoek kan bestaan uit bloedonderzoek en röntgenfoto’s. Soms wordt er ook oogvocht onderzocht. Dit wordt onder plaatselijke verdoving met een kleine naald uit het oog gehaald. Wanneer dit gebeurt krijgt u een tijdelijk oogverband.
Uveïtis is in veel gevallen een onderdeel van een algemeen ziekteproces. De oogontsteking is dan een onderdeel van de onderliggende aandoening. Om deze reden kan de oogarts u voor verder onderzoek verwijzen naar een andere specialist, zoals een internist of reumatoloog. Tegenwoordig is het steeds vaker mogelijk een oorzaak of een mogelijk verband met andere aandoeningen op te sporen. Echter, dit lukt zeker niet in alle gevallen en in een aanzienlijk deel blijft de oorzaak onduidelijk.
Door oogheelkundig onderzoek kan er onderscheid gemaakt worden of het bij vlekken en flitsen gaat om onschuldige klachten of niet. De oogarts zal het hele oog onderzoeken. Hierbij hoort een onderzoek van het netvlies nadat de pupil met oogdruppels wijd gemaakt is. Deze druppels kunnen, gedurende enkele uren, een verminderd zicht veroorzaken.
Deze informatie is tot stand gekomen onder redactie van de commissie Patiëntenvoorlichting van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG)